DE KLEPLICHTER
nummer 2 / 2017
Colofon
Informatie over contact is hier te vinden
Informatie over het bestuur is hier te vinden
Informatie over het lidmaatschap is hier te vinden
Eigen informatie, bijvoorbeeld een verhuizing of andere gegevens wijzigen kan hier
of per mail naar secretaris@msg.utwente.nl
Informatie over de Redactie is hier te vinden
Geïnteresseerd of een leuk idee voor een stukje?
Mail de redactie!
Inlaatklep
Lieve kleplezers,
De vakantie is weer voorbij, de colleges zijn weer gestart. Dus ook de MSG is weer met vol gas op de plank activiteiten aan het organiseren voor onze nieuwe leden. Het 100-ledenfeestje van afgelopen jaar was een groot succes, dus misschien dit jaar een 125-ledenfeestje? Elke mijlpaal moet immers gevierd worden, hopelijk met veel bier.
Voor onze nieuwe leden die dit boekje onder de neus gedrukt krijgen zal ik even een korte introductie geven. Dit is: de klep! Hét blad waarvan elke MSG’er niet kan wachten tot hij deze door de brievenbus hoort kletteren. Of tegenwoordig elke 3 minuten de mailbox herlaad om te zien of de klep al binnen is. Dit blad staat vol leuke, grappige, interessante of handige verhaaltjes van MSG’ers die iets hebben meegemaakt tijdens een activiteit/hokavond, ergens tegenaan liepen tijdens het sleutelen of gewoon iets willekeurigs willen delen met de rest. Kortom: genoeg stof om tijdens een saai college de tijd te doden, even op de bank te hangen of om van te genieten als je op het kleinste kamertje van het huis zit.
Veel leesplezier!
Liefs Nienke
P.S.: Mocht je nou denken na het lezen van deze klep, ‘ik heb ook een mooi verhaal’. Deel het dan met de klepredactie! Uiteraard mag elk lid een leuk stukje inbrengen, geen ervaring nodig! Interesse? Mail dan naar: klepredactie@msg.utwente.nl.
Van de Voorzitter
Mijn eerste keer Luxiland en ANWB avontuurtjes
Het zou mijn eerste keer naar Luxemburg zijn met de MSG. Nee, zelfs mijn eerste keer ooit in Luxemburg. Vlak ervoor besloot ik dat dit het perfecte moment was om mijn blok eruit te halen om mijn nokkenasketting te vervangen. Ook heb ik mijn koplamp vervangen, olie ververst, voor- en achterwiel gebalanceerd en alles afgesteld. Helemaal klaar voor het Luxiland avontuur!
De reis ernaartoe verliep voorspoedig. In Luxemburg verliep het nog voorspoediger. Mijn motor liep beter dan ooit en ik heb het hele weekend met een grijns op mijn gezicht gereden. Tot de laatste dag. Voor het eerst sinds ik de motor heb startte hij moeilijk. De startmotor –die ik overigens mocht gebruiken omdat ik niet in de beruchte kickstartcrew zat- wilde niet zijn werk doen, en kicken deed ook niet zoveel. Na talloze pogingen startte hij toch met een gigantische knal door de benzine die ondertussen in de uitlaat terecht was gekomen. Peter zal nooit meer vergeten niet vlak achter een motor te staan die niet wil starten. Hij heeft namelijk de rest van de dag met een piep in zijn oren gereden.
De reis terug naar Nederland reed ik samen met Rick en Peter. Toen we al even in Nederland waren hadden we toch wel erg zin in een kopje koffie. We besloten de snelweg te verlaten om in de McDonalds bij het Gelredome in Arnhem het nieuwe McCafé te bezoeken. Na ons welverdiende bakkie leut stapten we weer op de motoren voor de laatste etappe naar Enschede. Jasje dicht, helmpie op, handschoentjes aan, en gaan! Dachten we… Toen besloot mijn Honda dat dit het perfecte moment was om niet meer te starten. We hebben alles geprobeerd om hem weer aan de praat te krijgen: kicken, aanlopen, carbs leeghalen, nieuwe bougies,
Enzovoort,
Enzovoort,
Enzovoort….
Het bleek te zijn dat hij niet meer vonkte, ook niet met nieuwe bougies. Dus we besloten de ANWB te bellen, want iets met elektronica leek nu niet op te lossen te zijn. Na twee uur wachten kwam de ANWB meneer aan. We waren ontzettend melig en de blije ANWB meneer hielp hier niet bij. Hij was zo blij om niet wéér een auto met caravan met oververhitte motor of kapotte remblokken te zien. Hij besloot meteen een oud collega van hem te bellen omdat hij wist dat hij verstand had van die, naar zijn woorden, ‘’oude meuk’’. Hij heeft alles doorgemeten en elk draadje wel vastgehad om de bekende kwaaltjes van die oude meuk langs te gaan. Op een gegeven moment kwam de grote schroevendraaier uit een laatje tevoorschijn. Ik moest de motor proberen te starten terwijl hij flinke klappen gaf op de CDI unit. Peter, Rick en ik stonden met onze mond vol tanden toen de motor weer een teken van leven gaf en ook nog eens startte. Gauw motorkleding aan dachten we, want de ANWB meneer zei: ‘’Nu niet meer uitzetten, want dan start hij niet meer’’. Maar toen besefte ik iets. Ik moest tanken. En mijn tankdop moet open met mijn sleutel. De ANWB meneer had even een combinatie van wanhoop en een enorme grijns op zijn gezicht.
Het plan was om de motor uit te zetten, de vergrendeling van de tankdop open te doen, de motor weer te staren en dan met open tankdop verder te rijden. En vooral de motor niet meer uit te zetten bij het tankstation. We waren er al bang voor dat dit niet zou lukken. En inderdaad, na de motor uit te zetten, wilde hij echt niet meer aan. Zelfs niet na weer opnieuw met een schroevendraaier er op te slaan. Het was duidelijk, de berger moest worden gebeld. Gelukkig kon de lieve ANWB meneer een berger regelen die ondanks de Hemelvaartdrukte mij en mijn motor nog die avond thuis zou brengen. Maar het zou wel een uur a anderhalf uur duren. Aangezien we die middag al bij de McDonalds langs waren geweest besloten we een pizzaatje te bellen. Na twintig minuten wachten kwam helaas de verkeerde persoon aanrijden, de berger. Ik kon die man natuurlijk niet laten wachten op mijn pizza dus besloot meteen mijn motor erop te zetten en in te stappen. We waren Arnhem nog niet uit of mijn telefoon trilde. Ja hoor, de pizza’s waren er! Daar zat ik dan om elf uur ’s avonds, hongerig, in de vrachtwagen, met mijn zielige motorfietsje achterop. Maar mijn hongerigheid was ik al snel vergeten toen de berger besloot dat 150 km/h rijden op de snelweg een super goed idee was. Overal langs blazen en knipperlichten gebruiken, ho maar! De berger vertelde dat hij vroeger ook motor had gereden. Nou ja, totdat hij aangehouden werd dan. Het bleek dat hij 15 jaar zonder motorrijbewijs heeft gereden. Maar na zijn aanhouding had hij toch geen zin om zijn rijbewijs te halen en besloot zijn motor te verkopen. Zijn oude Matchless verkocht hij aan een circusartiest die ermee in de ‘ball of death’ zou gaan rijden. Vond die berger duidelijk wel een leuk, nieuw doel van zijn fietsje.
Eenmaal in Enschede aangekomen stond er een leuk welkomstcomité op me te wachten. Dus ik had mijn motor maar bij het hok gezet en ging met ze mee naar de calslaan. Eindelijk eten! Het was wel fijn dat de ANWB meneer nadat hij al wist wat het probleem was, de rest ook maar door heeft gemeten. Toen wist ik zeker dat ik alleen nieuwe CDI zou moeten bestellen en dat de rest wel goed zat. Een weekje later kwam mijn CDI binnen. En ja hoor, stekkertjes erin, en hij vonkte weer!
Nu op naar het volgende avontuur, een weekje Oostenrijk! Maar ik heb toch maar voor de zekerheid Europadekking van de ANWB aangeschaft…
Trial.. Gymkhana..?
Jaja een berg nieuwe leden die allemaal gek genoeg zijn geweest om zich bij de leukste club van de UT aan te sluiten. Welke reden daar dan ook de aanleiding van was om te sporten zal je toch echt moeten gaan trialen of met de gymkhana mee moeten doen.
Trial
Allereerst een korte uitleg wat de trial nou inhoud voor als je er nog niet bekend mee bent: Het doel is om met een trial motor over een parcour te rijden van obstakels en lastige bochtjes en dan zo min mogelijk je voet aan de grond te zetten, dit alles op ons eigen trial terrein op de campus. Je leert dus heel behendig en gebalanseerd met een motor om te gaan. Een hele uitdaging kan ik je uit ervaring vertellen! Verder zal ik er niet te diep op in gaan aangezien alle vragen op de wekelijkse training of op een open trial gevraagd kunnen worden. De training is onder anderen gegeven door een zeer ervare trainer die iedereen op zijn eigen niveau te hulp kan schieten.
Gymkhana
Sind kort zijn we begonnen trainingen op te zetten voor de niet zo bekende sport motor gymkhana. Hierbij ga je zo snel mogelijk door een circuitje van pylonen om zo de snelste tijd neer te zetten. Hierbij kan je ook mee doen aan een international competitie waarbij je op een wereldranglijst komt te staan met je ralle msg motor. Binnenkort zal er ook een clubmotor beschikbaar zijn voor de mensen die geen eigen motor hebben (wel A2 rijbewijs) of hun eigen motor niet willen gebruiken. Bij de trainingen is een zeer kundige trainer aanwezig die over de hele wereld aan wedstrijden mee doet en zo zijn naam op de kaart zet. Voor nu proberen we 1 keer per maand een training op te zetten maar als het animo meer of minder is zal dit natuurlijk aangepast worden
Één ding is zeker, wij als bestuur wensen jullie een leuke tijd bij de MSG toe. Tot bij de training!
Hemelvaart Kamperen
Hok-avond, nog 7 dagen voordat ik naar Luxemburg wilde vertrekken. Mijn BMW was er wel weer aardig klaar voor. Hij had z’n onderhoud weer gehad en daarnaast heb ik hem voorzien van een nieuwe koppeling, nieuwe remschoenen voor en achter, en ook op het achterwiel zat weer lekker vers rubber. Daarnaast heb ik hem nog verwend met een setje nieuwe Dellorto carburateurs welke na aardig wat uurtjes testen en afstellen prima hun werk vervulden.
Alleen het voorbandje moest nog omgelegd worden, en ik wilde ook nog een lekker sportief stuurtje monteren zodat ik die bochtjes nóg lekkerder aan zou kunnen snijden. Van het weekend had ik nog wel wat tijd, dat ging dus natuurlijk allemaal ruim lukken. Nergens om me zorgen over te maken. Traditie leert dat menig MSG’er zijn motorblok nog wel eens op vrijdag avond open trekt, en vervolgens alsnog op donderdag erna een biertje op zijn motor kan drinken in Luxemburg.
Eenmaal in het hok aangekomen duurde het niet lang voordat ik vragen naar mij toe kreeg: “Doet Dory het al?” en “Zou het niet supergaaf zijn om met Dory naar Luxemburg te gaan?”. De antwoorden op deze vragen waren respectievelijk “Nee” en “Ja”.
Voor de onwetende lezer: Dory is de bijnaam die gegeven is aan mijn Suzuki DR400. Een knalgele allroad uit 1981 die ik twee maanden eerder gekocht had. Helaas bleek het tikje wat in het blok zat niet veroorzaakt te zijn door een slappe nokkenasketting, of te grote klepspeling. Binnen de eerste week dat ik Dory in mijn bezit had, heb ik dus maar het blok uit elkaar gehaald en geïnspecteerd. Piston-slap bleek het euvel te zijn, een fenomeen wat gebeurd wanneer de zuiger en cilinder overmatig versleten zijn. De zuiger kantelt tijdens elke omwenteling van de krukas waarbij hij als het ware elke keer tegen de binnenkant van de cilinder aan slaat. De rest van het motorblok was allemaal super fris. Aangezien deze ook nog vrij veel compressie had, verbaasde het mij dus ook dat de zuiger zo versleten was. Het leek erop dat iemand vrij recentelijk het blok nog volledig aangepakt had, maar blijkbaar “vergeten” was om er ook een nieuwe zuiger in te zetten.
Toen ik op het internet op zoek ging naar een nieuwe zuiger kwam ik erachter waarom deze niet was vervangen, deze was namelijk níét te vinden. Alle originele overmaats zuigers waren opgebruikt, en voor dit motorblok worden ook geen imitatiezuigers gemaakt zoals bij generatiegenoten als de XT500 en XL500 wel het geval is.
Vier weken en 10 mailtjes naar diverse revisiebedrijven later kreeg ik eindelijk bericht terug dat iemand een nieuwe zuiger voor mij had gevonden. Ik heb mijn cilinder er dus maar direct heen gebracht om op maat te laten boren en honen. Ook de cilinderkop heb ik daar achtergelaten om de kleppen weer even netjes in te laten frezen.
Dat is denk ik wel genoeg introductie van Dory, nu weer door naar de desbetreffende hok-avond.
Afgelopen weekend had ik toevallig alle onderdelen om het blok weer op te bouwen opgehaald, ik wist dus dat het mogelijk was om Luxemburg te halen. Echter wilde ik het dit maal een keertje netjes doen. Alles nog even een keer extra na laten meten, het blok weer netjes in de lak zetten en ook de verdere staat van de motor nog even aanpakken. Misschien moest ik toch maar bij mijn originele plan blijven en lekker op de BMW gaan, dat stuurt waarschijnlijk toch beter.
Twee biertjes later dacht ik hier natuurlijk heel anders over en stond ik alweer met een knikkerbus gevuld met hittebestendige lak de cilinder en kop te spuiten.
De daaropvolgende dagen was ik maar tot het middaguur op mijn werk te vinden en stond ik de rest van de dag te turbo-sleutelen in het hok.
Op zaterdag had ik het wonderschone blokje alweer in het frame hangen, en liep deze dan ook als een zonnetje.
Zondag ochtend ging ik nog even een proefritje maken, maar dit ging niet van een leien dakje. Vlammen knalde uit de uitlaat, geen vermogen en het blokje liep binnen korte tijd ontzettend warm. De vlotterbak aftappen bleek een tijdelijke fix te zijn voor dit probleem, maar het bleek toch elke 5km terug komen. De rest van de dag ben ik bezig geweest met het gehele brandstof systeem nakijken, schoonmaken en waar mogelijk vervangen. Aan het eind van de dag had ik weer een netjes lopende motorfiets.
De daaropvolgende dagen heb ik me nog flink bezig kunnen houden om Dory een beetje Luxemburg waardig te maken. De 10 jaar oude bandjes heb ik nog kunnen wisselen omdat ik nog een setje had liggen van mijn XT350. Een nietsvermoedende XL500 heb ik nog beroofd van z’n achterschokbrekers zodat ik niet als een pogo-stick over de weg zou stuiteren. Ook diverse dingen als rem-afstelling, voorvork-olie en de verlichting heb ik aangepakt. Bij dit laatste puntje ben ik er trouwens ook nog achter gekomen dat fatsoenlijke 6V lampjes nergens meer in de wijde omgeving te vinden zijn en een 6V accu ook al even een paar uurtjes zoeken is.
Na de eerste 50km heb ik Dory haar eerste oliewisseltje alweer gegeven, zodat het meeste slijpsel van het inlopen al afgevoerd was.
Uiteindelijk heb ik geen tijd meer gehad om een rekje in elkaar te lassen, dus was ik blij dat Tien-Tonner-Trees uiteindelijk toch nog een busje had gehuurd, waar ik mijn bagage in kon laten vervoeren.
Zo stond ik dus uiteindelijk op woensdag ochtend klaar om te vertrekken. Gelukkig was ik niet de enige die z’n motorblok nog in moest rijden op weg naar Luxemburg, Bram had na een twee jaar durende restauratie ook zijn XT500 af. Ook deze had nog maar 50km op de klok staan sinds zijn blok revisie. Het plan was dus om via Duitsland alles binnendoor te rijden, lekker rustig aan te doen en met wisselend toerental en snelheid te rijden.
Probleemloos hebben we door het Duitse landschap getourd. Hoe meer kilometers we maakten hoe meer vertrouwen ik begon te krijgen in Dory, en hoe groter de glimlach op mijn gezicht werd. De bandjes voelden goed, vering was mooi strak, motorblok liep netjes en zelfs de trommelremmetjes vielen niet tegen.
Rond een uur of 6 hebben we Aachen weten te bereiken, en de spits was te merken. Vermoeidheid sloeg ook toe, dus Bram en ik hebben de motoren in het eerste de beste parkje geparkeerd. Terwijl Bram op zoek ging naar eten heb ik mijn perculator op de brander gezet en ben ondertussen een een stuk gaan lezen uit mijn boek. Dik een uur later konden we er weer tegenaan.
Het tankstop interval viel uiteindelijk ook niet tegen, ook al hadden we maar 6 liter aan effectieve tank inhoud. De oude eencilinders bleken namelijk een stuk zuiniger dan verwacht. Met een gemiddeld verbruik van 1 op 28 konden we toch ruim 160km rijden voordat we weer moesten stoppen.
Na de laatste stop in Duitsland hebben we het besluit gemaakt om alle omleidingen in België maar te negeren. Alle wegen zitten er immers vol met gaten, dus een weg in aanbouw is dan, afgezien van een laag gravel, niet heel veel anders.
Zo lukte het dan ook om rond een uur of 9 Luxemburg binnen te rijden. Laatste stukje doorknallen en dan lekker biertjes drinken bij het kampvuur! Dory dacht er echter anders over, en wilde nog wat langer onderweg blijven. Ze besloot dus maar om net zoals tijdens de testrit vlammen uit de uitlaat te schieten en te gaan sputteren als een malle! Nadat Bram doorkreeg dat ik niet gewoon voor de grap met de killswitch aan het spelen was zijn we even gestopt om de vlotterbak af te tappen. Probleem verholpen, rijden maar weer! Dit probleem heeft zich nog een aantal keer voorgedaan, maar met de schroevendraaier in de hand hebben we uiteindelijk nog wel aardig door kunnen rijden. Nadat we een trage tour-bus in wisten te halen door een haarspeld weggetje recht naar beneden af te snijden duurde het niet lang meer voordat we via de bekende mooie wegen bij de camping aankwamen.
Bram en ik waren niet de enige die het plan opgevat hadden om dit jaar al een dagje eerder te gaan. Rond het kampvuur was het dus de volgende ochtend al lekker druk met ontbijtende MSG’ers. Er waren er zelfs een paar die vanaf 5 uur s’ochtends via de snelweg naar Luxemburg geknald zijn zodat ook zij de hele donderdag nog voor zich hadden.
Als ontbijt stond er voor mij carburateur op een bedje van vlotter, afgetopt met een klein vlotternaaldje op het menu. Eerst maar eens rustig sleutelen op de camping voordat ik op pad ga.
Aan het begin van de middag toch nog maar eens rustig een rondje gaan rijden. Wat een drukte op en langs de weg! Zo ongeveer elk stukje gras was gevuld barbecuend volk, alsof complete volksstammen uitgerukt zijn en zich allemaal verzameld hebben hebben in de berm van Luxemburg. Elk jaar gebeurd dit, maar wat de opzet hiervan is is mij nog steeds niet duidelijk. Het tempo lag dus niet zo hoog, maar dat is ook niet verkeerd wanneer je op een nieuwe motor bochtjes leert rijden. Bovendien had Dory zich al de hele dag niet meer verslikt, wat ik toch als een overwinning kon beschouwen.
Aan het eind van de dag het de kilometerteller wel ongeveer de 500km bereikt sinds we uit Nederland weggereden waren. Gewapend met 3 cola- flessen zijn Bram en ik onze motortjes nog een laatste keer te lijf gegaan voor een oliewissel. Natuurrampen hebben we af kunnen houden, en de gehele 1,6 liter olie uit Dory is op een paar spatjes na in de cola flessen beland. Verse olie erin, en we konden onze motoren als “ingereden” beschouwen.
De daaropvolgende dagen heb ik mij weer prima vermaakt. Heerlijk gereden, genoten van het de stralende zon, lekker gekookt bij het kampvuur en natuurlijk nog een paar keer de carburateur open getrokken. Het was weer een populair evenement en een mooie bevestiging waarom we met de MSG elk jaar naar Luxemburg terug blijven komen.
Het is en blijft traditie, dat pre-Luxemburg sleutelen. Aangezien de rest van de MSG zich dit jaar een beetje rustig hield op dit vlak, heb ik dit maar op me genomen. Wie neemt het stokje volgend jaar van mij over?
Thomas
Lieve lezers,
Tijdens de hokavonden hebben we het commentaar al meerdere malen gehoord. Ja, wij zijn inderdaad nog steeds in het bezit van een klein motorrijbewijs. Ondanks dat we volwaardig motorijdsters zijn, worden we helaas nog beperkt in onze cc’s. Dit biedt MSG’ers de gelegenheid voor lullige opmerkingen over onze kleine motortjes en begrenzingkitjes. Maar ondertussen worden we wel een beetje moe van het: “Ahh.. wat schattig” en “wat leuk! Zo’n opgevoerde brommer”. We zijn er anders zeer content mee, ondanks dat we misschien altijd achteraan rijden en niet altijd het oranje stoplicht nog kunnen halen. Want wie rustig rijdt, geniet het meest van de omgeving.
Desalniettemin wil dat niet zeggen dat we er niet van gedroomd hebben om bij de snelle jongens te horen en een keer wel het oranje stoplicht te halen. Maar er zitten nogal wat knelpunten aan deze droom. Want het grote rijbewijs halen is makkelijker gezegd dan gedaan.
Naast de kosten van het examen zelf moet je natuurlijk nog een paar lesjes nemen. Omdat je alles weer volgens de regeltjes moet kunnen laten zien. Als een voorbeeldig motorrijder zoals elke MSG’er ooit begonnen is. Dan moet je het examen starten met het grootste knelpunt: de bijzondere verrichtingen! Nachtmerries over de langzame slalom achtervolgen ons al maanden. Die rottige pylonnen die in je wiel terecht komen. Trauma’s van het rijden uit een parkeervak. En dat alles terwijl er een mannetje, met een kladblokje, fronsend naar je staat te staren. Maar gelukkig hebben we elkaar gevonden met deze nachtmerries, trauma’s en faalangsten. Daarom hebben we besloten om toch maar het grote rijbewijs te gaan halen, met z’n tweetjes! Die mental support van elkaar kunnen we wel gebruiken. Dus geniet nog maar even van de grappen en maak ze nu het nog kan. Want voor je het weet zie je alleen nog maar onze achterlichten ver voor je uit als jij voor het rode stoplicht staat.
Groetjes Elsa en Nienke
Van brom tot grom
Iets minder dan een jaar geleden werd ik lid van de MSG. Nadat ik bij een paar hokavonden was geweest wist ik het zeker: ik moest een tweewieler hebben. Toevallig had ik m’n autorijbewijs al, en daar had ik een brommer rijbewijs bij gekregen. Na even te twijfelen koos ik dus om een brommer te kopen, de oude TZR 50 van onze huidige HoCo. Uiteindelijk heb ik die, na nauwelijks 200km, veel frustratie dat het geen motor was en veel leren over hoe zo’n tweewieler nou een beetje werkt, zo snel mogelijk verkocht. Ondertussen had ik al een motor gekocht, een deels knalrode Honda CBR125R uit 2005, die ik met Brikkie (de Salto, etc.) uit Eindhoven heb opgehaald. Ook was ik begonnen met lessen voor de motor.
Van tevoren dacht ik dat het supermakkelijk zou zijn, wat is nou het verschil tussen een enorme schakelbrommer en dezelfde brommer met 75cc’s extra? Helaas voor mij moest ik ineens heel anders gaan rijden. Mezelf een goede positie in de rijbaan geven, zichtbaar opstellen en meer van zulke dingen, terwijl ik op de brommer gewoon het gas opentrok en een beetje rechts in de rijbaan hing.
Afgelopen hokavond, in de week van schrijven, heb ik mijn eerste ritje op mijn eigen motor mogen maken, achter Raymond aan. Ik weet nog steeds eigenlijk niet waar ik heen gereden ben, maar het was top. Misschien had ik in eerste instantie maar gewoon moeten kiezen voor een motor (of opgevoerde brommer?) in plaats van een echte brommer…
Hemelvaart en een busje
Hemelvaartkamperen.
Plat op de tank, nieuw sena setje voor de muziek (zoals iedereen), vibrerend klappertjespistool onder je reet, Duitse snelweg, kortom mijn eerste keer Hemelvaartkamperen is dan toch echt begonnen. Dit was het evenement dat mijn SRX-je moest halen voordat hij uit elkaar ging. Goed voorbereid op weg met 4 liter 20w50 om de reis met succes te doorstaan. De eerste 0.75 liter er op de heenweg doorheen geslurpt om m’n eenzame bougie goed te smeren. Ook ben ik ergens nog de moer van mijn kroonplaat verloren maar dat terzijde.
Ineens ben je dan toch op de camping aangekomen waar een hele berg motoren je op staat te wachten. Het is in ieder geval meteen duidelijk waar de MSG’ers staan, aangezien een hoopje roest naast een leger aan GS’en best wel opvalt.
De volgende dag begonnen we aan het eerste ritje in Luxiland. Voor de eerste keer haarspeldbochtjes, hoogteverschil en uitzicht waar je U tegen zegt. Hele ervaring voor een beginnend bestuurder. Het uitzicht was zo mooi dat ik net iets te lang in mijn spiegel keek. Ach, dan kom je er ook een keer achter waarom het fijn is om een bus mee te hebben waar je motor in past.
Na erachter gekomen te zijn dat koppelingshendels op maat gemaakt kunnen worden met moertjes kon de SRX de weg weer op. Helaas vond de vacuümslang van mijn benzinekraan het niet leuk en wenste mij nog een fijne dag. Ach, dan kom je er ook een keer achter waarom het fijn is om een bus mee te hebben waar je motor in past.
Het einde van de trip kwam in zicht maar daar was mijn spiegel het niet mee eens. Die heeft snel afscheid genomen en is het landschap gaan verkennen. Naar huis met de bus was geen optie dus toen ik later bij mijn motor kwam had ik ineens een nieuwe spiegel.
Eenmaal weer in Nederland maar even een stopje bij Arnhem gemaakt om daar een paar uur pauze te houden en kennis te maken met een hele aardige meneer van de ANWB. Al met al was het een superleuke vakantie en heb ik van ieder moment genoten en ik denk velen met mij!
Peter
De andere kant
van motorrijden..
Sinds de zomervakantie weer achter de rug is verwacht ik dat veel MSG’ers weer optimaal hebben mogen genieten van het motorrijden. Op kurkdroog asfalt, over de mooiste wegen die je vakantiebestemming heeft te bieden en met je beste motorbuddies. Zelf ben ik de laatste jaren ook elke zomer wel op een roadtrip geweest met vrienden, het is ook echt iets waar ik het hele jaar naar uitkijk.
Dit jaar ging de trip naar Schotland en man wat hebben wij een prachtige wegen gereden. Helaas heb ik daar ook een kant van motorrijden gezien die je eigenlijk liever niet tegenkomt. Een van de guys heeft een serieuze ongeluk gehad, iets waar een aantal mensen binnen onze club helaas ook ervaring mee hebben. Het is een kant van het motorrijden die we allemaal bewust accepteren als we opstappen, we weten dat het gevaarlijk is maar het is te leuk om niet te doen. Ik betrap mezelf er ook nog wel eens op dat je er niet over wil nadenken dat zoiets jou ook kan overkomen. Echter als je het voor je ogen ziet gebeuren dat een vriend een flinke klapper maakt wordt je wel even wakker geschud.
In ons geval schrok de betreffende jongen van een plotseling remmende auto. Hij blokkeerde zijn wielen en gleed op zijn kant, hierbij schoof hij de andere weghelft op en gleed vol tegen een aansnellende ambulance aan. De ravage die volgde is redelijk onwerkelijk, een goldwing van 350kg die door de lucht geslingerd wordt is niet niks. Vervolgens gaat alles automatisch, een uur lang werk je min of meer op adrenaline. Er schiet van alles door je hoofd als je je maat ziet liggen, bewegingloos, maar je lichaam geeft je geen tijd om te stoppen met handelen. Je moet door, hulp regelen, de ambulance. Die hebben ook net een ongeluk gehad maar dat boeit je niet. Het gaat om je maat. Zij hadden al extra hulp gebeld gelukkig. Dan weer terug naar je vriend, niet zijn helm afdoen je weet niet wat er mis is. Laat hem ook liggen want de ruggengraat en nek zijn mogelijk beschadigd. Het zijn allemaal dingen waar je opeens over na moet denken.
Later in het ziekenhuis bleek dat de verwondingen, naar omstandigheden, meevielen. Een schedelbasisfractuur, hersenzwelling, gebroken jukbeen, gebroken sleutelbeen, gebroken ribben, gekneusde long. Het lijkt een behoorlijke lijst maar het had een stuk erger kunnen zijn. Onderhand kan ik je vertellen dat hij goed hersteld en dat hij er helemaal bovenop komt gelukkig.
Dit lijkt na een heerlijke zomer een horrorverhaal maar het is in mijn ogen meer een wake-up call. Ik rij nog steeds met plezier motor maar ik ben me ook bewust van wat er kan gebeuren als het fout gaat. Dat is ook de reden dat ik bijna altijd vol in het pak zit op de motor, ook als het 30 graden is. De helm gaat ook altijd op! Maar ook kleinere dingen als altijd letten op je vrienden op een trip, drinken ze genoeg en let iedereen nog op? Worden er niet te veel kilometers gemaakt op een dag en zit iemand niet met een (te grote) kater op de de fiets, houden we genoeg afstand? In het geval van dit ongeluk had dit er allemaal niets mee te maken maar het risico klein houden is iets wat vaak weinig moeite kost maar veel kan schelen.
Afsluitend denk ik dat de moraal van het verhaal is dat motorrijden geweldig is maar laten we bewust blijven van de risico’s. Een ongeluk zit in een klein hoekje. Daarom; veel veilige kilometers gewenst in het nieuwe collegejaar!
Maarten Admiraal
Wijze Woorden van Boven
Bijna een jaar heb ik het geprobeerd te onderdrukken, maar ik moet het toch maar gaan toegeven. Ik ben burger geworden. In plaats van op dinsdagavond met vrienden tot zonsopgang bier te drinken in het hok en te discussiëren over welke motor je zou kopen wanneer geld geen bezwaar is, zit ik nu burgerlijk op de bank met mijn vriendinnetje Netflix te kijken en te bedenken welke lampen het beste in het appartement passen. Het is ondertussen zelfs al zo ver dat zelfs de gesprekken met mede-MSG’ers over leaseauto’s en vakantiedagen gaan.
Toen ik begon met deze column (of eigenlijk met de voorloper in de inlaatklep) had ik een duidelijk doel voor ogen. Iedereen die de klep las overtuigen van de passie van het motorrijden. Volgens mij is dat met columns over bijvoorbeeld het kopen van een motor (wijze les: nooit je hoofd gebruiken), het rijden van de perfecte bocht (je kan altijd harder) of over de optimale hoeveelheid motoren (altijd eentje meer dan je al hebt). Helaas kom ik door mijn burgerschap niet meer zoveel toe aan motorrijden en heb ik al een aantal kleplichters lang moeite met leuke onderwerpen te verzinnen. Ik laat jullie daarom achter met al mijn oude wijze woorden. Wie weet verzin ik ooit nog eens een ingezonden stuk, maar je zal me niet meer elke klep vinden.
Dus daarom neem ik bij deze afscheid met de meest wijze woorden die ik ooit van een MSG’er heb gehoord: Rij nooit harder dan volgas.
Agenda
-
BockbierCARDAN
Tuesday, 15 October 20:00 - 23:59
More details
-
Barshift
Saturday, 19 October
More details
-
Barshift
Saturday, 30 November
More details
-
SinterklaasCARDAN
Tuesday, 10 December 20:00 - 23:59
More details
-
NieuwnaarsCARDAN
Tuesday, 7 January 20:00 - 23:59
More details
-
Barshift
Saturday, 1 February
More details